Drs H. (Hans) van Giffen

Personalia:
Geboren: 2 juni 1920 te Megalang op Java, Nederlands-Indië. Magelang is een stad op Midden-Java, vlakbij de beroemde Borobudur tempel.
Overleden: 13 januari 2010 te Bosch en Duin
Jaar van aankomst: 1939
Studie: Geneeskunde, specialisatie longarts te Utrecht
USR functies: Almanakcommissie 1941, acteur USTV, Novietenpa NC 1945-1946, Rector Senatus 1945-1946
Beroep: Longarts
Burg.staat: In 1947 gehuwd met Wilhelmien "Mies" van Doorneveld (1920-2002)
Bijzonderheden: erelid Astmafonds, medisch directeur Sophia kinderziekenhuis Rotterdam, lid Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale Toetsing (CBO), voorzitter Landelijke SpecialistenVereniging (LSV), voorzitter medische intercollegiale toetsing, vooraanstaand longarts, initiator en 1e voorzitter medical audits, vm. geneesheer-directeur ziekenhuis

Geroepen om leiding te geven

Communisme
April 2009: uw reporter probeert alle nog levende oud-leden van U.S.R. te achterhalen van voor 1945. Hij belt ook naar huize Van Giffen, in het lommerrijke Bosch en Duin, om de rector van vlak na de oorlog te spreken.
"Met Van Giffen!... Wat zegt u, meneer Walenkamp? Unitas? Nee, dank u, die zijn mij veel te links, zelfs communistisch geworden. Daar wil ik niets meer mee te maken hebben!"

Leven voor Unitas
Geboren 2 juni 1920 in Magalang op Java in Indië. Zijn familieleden hadden veelal gestudeerd. De meesten hadden een topfunctie, o.a. apotheker, officier, jurist, dominee. Zijn vader en grootvader waren apotheker. Zelf ging hij geneeskunde studeren als eerste van de familie. Vader ging in 1907 naar Indië, als apotheker van het KNIL. Het gehele gezin kwam in 1931 terug naar Nederland, Bussum. In Bussum is de heer Van Giffen ook naar de middelbare school gegaan en was hij hopman der padvinderij.
Zijn vrouw (Willemien) ontmoette hij bij de Jamboree in 1937. Er werd daar een toneelstuk opgevoerd ten behoeve van gehandicapten. Bij een van de repetities heeft hij zijn vrouw voor het eerst gezien. Zij is in de verpleging gegaan in Utrecht. Zijn familieleden die hadden gestudeerd waren al ruim een eeuw zonder uitzondering lid van een der corpora. Het USC lag dus voor de hand.
Twee van zijn schoolvrienden gingen ook in Utrecht studeren. Een van hen werd door de ballotagecommissie van het USC (we leven nog voor de Tweede Wereldoorlog) geweigerd omdat zijn familie niet chique genoeg was. Over de tweede vriend aarzelde die toelatingscommissie, maar toen alle kosten in kaart werden gebracht - een paar honderd gulden per noviet voor een paar kostuums, vier paardritten, cadeaus etc. - we zitten in de crisistijd! - sloeg hij wit aan. Van Giffen werd wel geaccordeerd, maar zonder zijn vrienden wilde hij geen USC-lid worden. Hans van Giffen stelde toen voor om met zijn drieën lid te worden van Unitas: daar waren alle studerenden gelijkwaardig en was het betaalbaar. Zo geschiedde. Politieke of religieuze voorkeur speelde bij deze afweging geen rol.
Mensen uit rijke en zeer vooraanstaande families gingen naar het mannen- en vrouwencorps. Katholieken werden meestal lid van Veritas. Wie streng gereformeerd was ging naar SSR; de rest - de normale studenten dus - werd lid van U.S.R..

Van novitiaat naar HZB
Het novitiaat duurde 14 dagen. "Vooral de bezoeken bij de verschillende leden thuis waren bits en het duurde lang, tot diep in de nacht. Het universiteitsbestuur trok het corps duidelijk voor in de regels voor het novitiaat. " stelt de heer Van Giffen. In zijn jaarclub zaten zeven man, o.a. dhr. Kromdijk en Frans ter Beek: twee medici, twee farmaceuten, twee chemici, een dominee.
Hij moest een week na het novitiaat in militaire dienst. Zijn vader is toen naar Den Haag gegaan om Van Giffen te laten overplaatsen naar een kazerne in Utrecht. "Je kon overdag naar het college en je kon 's avonds studeren. Het controleren hierop gebeurde zelden dus ik ging gewoon naar de sociëteit. Ik ging ook steeds vaker lunchen op Symposion in plaats van op de kazerne," merkt Van Giffen lachend op.
Er werd geprobeerd het normale leven voort te zetten. Bij de Emmalaan stond een prominent studentenhuis, daar woonde ook de latere Rector Conny van der Cappellen. Het was toen een volledig Unitashuis, nu al decennia een corpshuis. Je werd gevraagd, kwam op een lijst te staan, moest hospiteren en dan kwam je er wel of niet in.
Over rector Van der Cappellen: "Een echte jurist, wel een fijne vent, hij stond graag in de schijnwerpers. Het college van Ephoren heeft in de oorlog onder zijn leiding gewerkt." Het College van Ephoren telde niet alleen leden van Unitas. Meest bekend was wel Daniel de Moulin, groot organisator en beroemd Engelandvaarder. Deze geheime club had een heel werksysteem voor contributie, contacten en steun aan ondergedoken studenten. Activiteiten buiten Unitas, maar wel Unitas-gerelateerd. Ze kwamen samen op de Mariaplaats, meestal op vrijdagavond. Hans werd ook af en toe gevraagd door Daniël en zijn huisgenoot Conny om wat te doen, o.a. medicamenten leveren voor zieken.

Hans van Giffen werd na een jaar gevraagd door Hans Hellendoorn voor de club van prominente leden, de HZB. Hellendoorn was luitenant bij de Luchtmacht vanaf 1937 en in de meidagen van 1940 zelfs oorlogsheld; daarna was hij Senator bij U.S.R. onder rector Conny van der Cappellen, die zo veel voor Unitas heeft betekend in de Oorlog en helaas is gesneuveld op het eind van de Tweede Wereldoorlog. De HZB functioneerde als een soort seniorenconvent. Hoger in rang in het leger betekende ook een hogere rang bij de HZB. De verhoudingen met andere verenigingen was niet zo vriendelijk. Het corps werd ook anders behandeld door de Universiteit (voorste banken vrijgehouden, vooral voor dames).
Er waren wel activiteiten voor studenten in de stad. Je kon gewoon gaan stappen in Utrecht, er waren gelegenheden voor studenten. De Dikke Dries was toen stamkroeg van veel U.S.R.-leden. Typisch Unitas was de Sinterklaascommissie: je zelf niet beter voelen dan anderen en iets terug doen voor de stad. Zo werden voor arme burgers Sinterklaasactiviteiten georganiseerd en cadeaus gefaciliteerd, vooral voor de werkelozen en de arbeiders in de Utrechtse volkswijken.

Sociëteitsleven 1939-1942
Leden van Unitas lieten zich niet kisten door de oorlog. Een van de disputen die zeer hoog in aanzien stonden voor 1965 was de USTV. Hans maakte jaren deel uit van dit respectabele toneelgezelschap. Najaar 1940 is er nog een toneelstuk opgevoerd. In 1941 is er een mooie almanak uitgegeven; de heer Van Giffen zat in de almanakcommissie. Juni 1941 sloot de Duitse bezetter alle studentensociëteiten (uitgezonderd UVSV), omdat ze als bron van verzet werden beschouwd. 1941 was een lustrumjaar.
November 1941 vonden geheime bijeenkomsten plaats. Er is wel een gezellig en goed voorzien diner geweest. In oktober 1942 is "Two Gentlemen in Verona" opgevoerd door de USTV onder leiding van Ad Hooijkaas. De ondergedoken Senaat heeft zijn leven geriskeerd om deze voorstelling bij te wonen. Hans trad op als een van de twee edellieden. Die voorstelling was een groot succes.
Een andere voorstelling liep daarentegen heel anders af; tijdens de opvoeringen van "Panzerkruis", een drama van Menno ter Braak (overleden mei 1940), was het zo gezellig op de kroeg dat de helft van de acteurs zo dronken was dat ze hun tekst kwijt waren.
Met Pegasus ging hij graag paardrijden. Ook toen De Batavier nog niet bestond ging hij met een aantal U.S.R.-leden incognito roeien. In '42 waren er nog maar twee sociëteitsavonden: woensdag en vrijdag. Vooral de muzikale acties van David ("Daaf") Redeke zorgden voor verlichting en plezier in deze duistere dagen. Je kon er samen wel wat van maken al was het lastig en zelfs gevaarlijk, maar je kon nauwelijks nog spreken over een gezamenlijk sociëteitsleven.

Studie en Arbeitseinsatz
Meerdere hoogleraren hebben enorme invloed gehad, o.a. "de grote Nuboer, hoofd der chirurgie": hij was een gerenommeerd chirurg en een jachtvriend van prins Bernhard. Hij duldde volstrekt geen tegenspraak. Het was moeilijk voor studenten om te beslissen wat ze zouden doen in de oorlog. De Duitsers dwongen alle studenten een loyaliteitsverklaring te tekenen; wie dat niet deed, kwam in de problemen of werd opgeroepen voor de Arbeidseinsatz, tewerkstelling in Duitsland.
Bijna 2,5 jaar (1942 - begin 1945) heeft Hans in Berlijn gezeten vanwege de Arbeitseinsatz. Hij werd te werk gesteld in een ziekenhuis en deed volledig artsenwerk, vooral werkte hij op de kinderafdeling.
"Probeer gewoon er het beste van te maken, hoe vervelend de situatie ook is." stelde Van Giffen. Hoewel Berlijn pas viel in mei, slaagde hij er begin 1945 in om clandestien terug te gaan naar Nederland. Als je bloeddonor was, kreeg je per donatie van een halve liter een halve dag vrij. Zo spaarde dokter Van Giffen drie vrije dagen... De tocht was heel spannend, in een goederentrein verstopt. Ze moesten lopen door een weiland omringd met Duitsers. Toen is hij opgepakt door de Amerikanen omdat ze als verraders werden gezien. Hun papieren waren afgepakt dus ze konden niks bewijzen. Uiteindelijk lieten de Amerikanen hen gaan.

Novitiaten organiseren
Het eerste novitiaat na de oorlog (juni/juli 1945) telde 260 aanmeldingen; 240 leden werden geïnaugureerd. In november vond een tweede novitiaat plaats: 140 aanmeldingen, 117 werden lid. In februari '46 werd weer een novitiaat georganiseerd: 104 aanmeldingen, 82 zijn lid geworden.
Een goede vriendin, Ans Jansen, was novietenma; hij was novietenpa. Zij organiseerden dus met zijn tweeën als een soort Novitiaatscommissie het ganse novitiaat. Dit was een heel lastige taak doordat het zo'n grote groep was - zeker in verhouding tot het aantal nog aanwezige leden die voor de oorlog lid waren geworden. In totaal waren er bijna 300 leden over van voor WOII, waarvan minder dan de helft actief (een groot deel moest werken dan wel verloren studiejaren inhalen) en 440 eerstejaars. Iedereen moest op dezelfde wijze worden benaderd en beoordeeld.

Het waren dus drie grote en strenge novitiaten. Het gehele novitiaat speelde zich in de stad af. Het ledental is hiermee verdrievoudigd. Nieuwe leden hebben alles moeten leren van een select groepje mensen.

Rector 1945-1946
Hij heeft nog getwijfeld, want een jaar Senaat betekende een jaar van je studie. Zijn vader gaf hem een half jaar speling. Hans studeerde 's nachts tot half 3, nadat hij wegging bij de sociëteit om 12 uur. 's Ochtends zat hij om 8 uur op college.
Hij had dat half jaar speling dus niet nodig. Naast een ijzeren gestel had hij ook een ijzeren discipline. Zijn familie vond het toch vooral zonde van de tijd. In april 1946 overleed het erelid der U.S.R. Dr. Wicherink. Hij kreeg een soort staatsbegrafenis in Alkmaar - daar was rector Van Giffen uiteraard aanwezig namens U.S.R.. Het duurde zes uur voordat je er was, want het openbaar vervoer was nog niet hersteld.
Als rector zocht hij contacten met de vroegere federatiegenoten, de Unitates en Bonden in Nederland, en ook met verenigingen in Vlaanderen. Met plezier denkt hij aan de bezoeken die hij bracht aan Gent en Antwerpen. De Rector Magnificus heeft gevraagd aan de Senaten van de verenigingen om rechtspraak te doen over leden in de oorlog, de zogenaamde zuiveringscommissies. Van Giffen heeft hier zelf niks van gemerkt.
Toen Unitas door de Duitse bezetters uit haar eigen pand was gezet, kreeg (zomer 1941) de Jeugdstorm, de jongerenvereniging van de NSB, Symposion in handen. Zij hebben als trouwe aanhangers van vriend Mussert aardig huisgehouden in ons pand: het was bijna een ruïne.

Allereerst moest de sociëteit dus flink gerenoveerd worden. Alleen de senaatsstoelen waren nog over. Met name Piet Bruin, theoloog en fiscus van de Senaat, wist op originele manieren overal spotgoedkoop spullen te bemachtigen. Er werd collectief aan de sociëteit gewerkt. De wederopbouw heeft grotendeels plaatsgevonden in dit Senaatsjaar. Er heersten een sterk eenheidsgevoel en vooruitgangsgeloof.
Er werd ook verwacht dat iedereen, oudere leden en novieten, meehielp. Het werd echt niet gewaardeerd wanneer dit niet gebeurde. Ze zaten met feesten moeilijk met drank, maar het werd altijd geregeld. "Het hardnekkige gerucht gaat," zegt Van Giffen met pretoogjes, "dat een paar vrouwelijke leden van Unitas Canadese soldaten verleidden in ruil voor bier."
Uitstapjes kon je wel vergeten vlak na de oorlog. Alles ging clandestien, anders kreeg je geen geld in het buitenland. In 1946 heeft hij mede de Federatie van Unitates en Bonden opgericht. Hier werden lid van Unitas uit Utrecht, Leiden, Amsterdam, Groningen en Wageningen. "Groningen was wel de groene draak", verzuchtte Van Giffen, "dat was geen visitekaartje voor Unitas..." Mooie aanduiding, weer eens wat anders dan een paarse krokodil.
Najaar 1946 vond het lustrum van de vereniging plaats: een enorm feest, een grote ontlading. Eerder in 1946 vond een chique diner plaats met Hare Majesteit de koningin Wilhelmina. Het was natuurlijk een grote eer en een waar genoegen dat Rector Van Giffen hiervoor werd geïnviteerd.

In navolging van de doorbraakgedachte van koningin Wilhelmina was er sprake van om alle verenigingen in één club te stoppen. Van Giffen was daar niet zo'n voorstander van. Uiteindelijk bleven in Utrecht alle verenigingen zelfstandig in een samenwerkingsverband. Bijna de enige stad waarin dit gebeurde. Binnen de universiteit werden alle studiesubs samengevoegd na de beruchte en slopende faculteitenkwestie. Dit betekende meer gelijkheid voor de studenten.
Senaten van studentenverenigingen stonden tot halverwege de zestig in hoog aanzien in de Utrechtse samenleving. De senaten gingen dus officieel langs bij belangrijke mensen als de burgemeester, de commissaris van de koningin, het hoofd der politie en de garnizoenscommandant.

Studie
Nog twee jaar moest Van Giffen hard studeren; hij specialiseerde zich als longarts. Hij is getrouwd in 1947 te Bussum met zijn jeugdliefde Wilhelmien, al tien jaar zijn verloofde. Dat werd vooral aangemoedigd door zijn vader. Iedereen dacht dat ze zwanger was omdat ze al in hun studententijd trouwden. Nee dus, ze wilden gewoon heel graag samenleven.
Predikant bij het huwelijk was Frans ter Beek, een jaarclubgenoot. Vier kinderen en negen kleinkinderen zijn er gekomen. Zijn vrouw was verpleegkundige in het AZU, net als een van zijn dochters. "Onze vader sprak altijd met veel enthousiasme over zijn Unitas tijd. Zijn rectorschap, het Utrechts toneel, de vele dierbare contacten! Het was allemaal gerelateerd aan de jaren bij Unitas!" schreef zijn dochter Den Tex - van Giffen aan de Senaat-Vlasveld.
Op 14 mei 1948 is hij afgestudeerd als arts. Op 1 juli kwam een unieke kans op een betaalde opleidingsplaats. Dat kon niet, hij moest 1 juni in militaire dienst. Hij had echter al gediend voor het studeren. Uitkomst: overplaatsing naar de marine. Daar moest hij voor vier jaar tekenen, maar kon hij wel twee jaar worden uitgezonden. De bofkont werd uitgezonden naar Nederlands-Indië.

Evaluatie
Eigenlijk vindt hij dat mannen en vrouwen niet op één vereniging horen. Ze hebben een verschillende structuur... De meeste mannen waren toch wel blij als de vrouwen om tien uur `s avonds opdonderden naar de Hemel met de Strigwaf Cabgyat (het dispuut waar vrouwen verplicht lid van moesten worden). Vriendinnetjes (niet-leden) werden gewoon meegenomen naar de sociëteit.
Er werd ook specifieke seksuele voorlichting gegeven. Geen abstinentie maar voorzichtigheid werd gepredikt, toch voornamelijk in de sfeer: voor 't zingen de kerk uit. Voorlichting werd wel vrijwillig gegeven tijdens algemene lezingenavonden; weinig leden verzuimden.
Unitas bracht veel nieuws voor hem. Het samenzijn met mannen en vrouwen vond hij ook interessant, al was hij daar later niet altijd zo positief over. Het besturen van een vereniging als rector heeft echt meerwaarde voor hem gehad: "Je leert organiseren." Bijzonder waren vooral het diner met de koningin en de vele USTV-activiteiten: "Men leert zich representatief te gedragen." Dieptepunt was in dienst moeten tijdens de studie, tot twee maal toe.

Succesvol arts en geneesheer-directeur
Dokter Van Giffen staat bekend als een bekwaam en beminnelijk én tegelijkertijd daadkrachtig bestuurder. Als longarts heeft hij zich met name ingezet voor de kwaliteit van de opleiding van verpleegkundigen en artsen. Om deze kwaliteit te blijven bewaken moesten artsen en verpleegkundigen van hem regelmatig op herhaling en op cursus om bij te leren. Tevens heeft hij een idee gelanceerd dat artsen jaarlijks elkaar moeten controleren en van feedback voorzien.
Deze succesvolle wijze van intercollegiale toetsing en peerfeedback vond navolging elders in Europa. De heer Van Giffen was onder meer erelid van het astmafonds en erelid van de vereniging van longartsen, als een van de zeer weinigen. Hij was de allereerste longarts die zich - in 1955 - in Salland vestigde; dit heuglijke feit werd vijftig jaar later groots gevierd in Zwolle.


En hoe zat dat nou met dat linkse Unitas? In 1966 bestond U.S.R. 55 jaar; het lustrum "tussen de Russen" werd gevierd met Russische liederen, Russische dames en veel, heel veel Russische drank. Een aantal oud-leden dacht dat U.S.R. net als rellerige studenten in Nijmegen en Parijs linkse activisten waren geworden: gelukkig niet, wel studentenhumor.


Rector dokter Van Giffen, bedankt!

Pim Walenkamp (1974)