Prof. Dr L. (Leo) Vroman

Personalia:
Geboren: 10 april 1915 te Gouda
Jaar van aankomst: 1932
Studie: Biologie

U bent geboren op 10 april 1915 te Gouda. Hoe zou u de invloed van uw ouders op uw jeugd willen typeren?
De invloed van mijn vader was waarschijnlijk dat ik in fysische termen leerde denken. Mijn moeder had grote invloed op mijn geboorte, op mijn wiskundig denken en op het accepteren van het tegenwoordige ogenblik.

In wat voor soort gezin groeide u op?
We waren niet religieus. Wel maakten we veel grappen.

Hoe was u middelbare schooltijd? Favoriete auteurs?
Ik kreeg de indruk dat ik werd aangeraden de beste van mijn klas te zijn, desnoods ten koste van mijn eventuele populariteit, en dat lukte bijna. Mijn favoriete auteurs haalde ik uit onze leesportefeuille: Greshoff, Slauerhoff, Marsman wat later en ten slotte lang na de HBS-tijd, Achterberg.

Waarom ging u biologie studeren in Utrecht?
Ik studeerde in Utrecht doordat mijn broer Jaap dat deed, en hij deed het doordat een collega van mijn vader daar was. En waarom biologie? Geen ander vak ging om dierenliefde.

Waarom lid van Unitas S.R.? Was er geen alternatief?
Ik werd lid van Unitas omdat Jaap dat was. Ik deed en doe nauwelijks aan alternatieven.

U werd lid in 1932. Hoe omschrijft u het novitiaat?
Mijn novitiaat was opwindend, vooral bij mijn leven daarvoor vergeleken. Ik moest net als alle andere novieten iets doen en tekende karikaturen. Tot mijn schaamte tekende ik een studente met dikke hals, en ze bleek schildkliervergroting te hebben dus die heb ik uitgeveegd.

Met welke mensen had u tijdens uw tijd op USR goed contact? Heeft u nog specifieke contacten onderhouden met oud-USR-leden na 1945?
Met Anton Koolhaas, Otto Koefoed, Tineke, Tineke en Tineke.

Zijn er bijdragen aan almanakken en de Vivos Voco waar u speciaal aan terug denkt?
Ik ben niet goed in terugdenken aan mijn eigen werk. Behalve misschien zie vraag 37 ( over de Philosophische psychologie van de kunst).

Heeft u steentjes bijgedragen aan de Unitas-familie, waar u trots op bent?
Ik ben nergens trots op, vooral niet op steentjes.

Heeft u bijzondere herinneringen aan uw studentenhuizen?
Alleen Jaap was de andere student op Alexander Numankade. Later, in de Poortstraat bij de Ucheltjes, woonde een aardige vent waarvan ik naam en vorm ben vergeten. We hadden gedurende de nog niet in Holland gekomen oorlog een landkaart met vlaggetjes.

Wat sprak u het meest aan in de studie biologie?
Ik heb het meest geleerd van Jordan, en hij was mijn favoriet, hoewel ik ook van Koningsberger hield. Excursies met wormen komen niet bij mij boven.

Wat is de meerwaarde van uw studie voor uw literaire activiteiten?
Een leuke vraag. De nieuwe Vroman Foundation probeert die meerwaarde bij anderen te steunen.

Wat is het Vroman-effect?
Volgens mij, maar wie ben ik, is het Vroman effect het in volgorde en vervangend afzetten van eiwitten uit mengsels zoals bloed of plasma, aan oppervlakken zoals van alles.

U bent een gelauwerd auteur. Waar bent u het meest trots op?
Ik heb geen favoriet behalve altijd wat ik het kortst, ongeveer een uur, geleden heb geschreven. En waarom moet ik trots zijn? Het is allemaal onvermijdelijk

Op U.S.R. heerste al decennia een latente literaire traditie: Alberts, Koolhaas, Stip, Vroman, etc... Hoe heeft u dat ervaren?
Ik heb ervan genoten alsof ik eindelijk thuis was.

Op andere studentenverenigingen komt dat literaire minder naar voren. Waarom wél op USR?
Er was heus wel protest tegen het meer literaire dat Tom Koolhaas, Bert Alberts en ik zo wilden.

Hoe heeft u de moeilijke, roerige jaren dertig beleefd?
De jaren dertig raakten mij niet aan als roerig. Ik was gewoon een nerveus en vervelend kereltje.

Wat betekent schrijven voor u?
Schrijven, vooral van gedichten, is geen hobby en geen uitlaatklep, maar eerder een ziekte of obsessie.

Wat mist u en wat mist u niet aan Nederland?
De polders; het gemeen soort zogenaamde humor.

In uw studententijd schreef u Philosophische psychologie van de kunst (1935). Een poging om op een objectieve manier een kunstbeschouwing te ontwikkelen. Wat voor reacties kreeg u daar op?
De enige reacties op die artikelen waren een stukje ik geloof in het Utrechts Dagblad waarin iemand zich afvroeg of mijn ouders wel wisten wat ik deed. Plus het advies van prof. Rutten - niet om zijn zachtzinnigheid en begrip beroemd - aan mijn vader dat hij mij een pak slaag moest geven. Het waren ook wel arrogante stukken met zo lang mogelijke woorden, maar toch in een poging om alles met elkaar in verband te brengen.

Ook schreef u Het Carnarium (1973). Hierin ontwikkelt u een visie op de eenheid, verhouding en ontwikkeling tussen mens(en) en dier(en).
Ik probeerde in het Carnarium alleen maar het ontstaan van groene kindertjes redelijk te maken. Aan onze muur in de zitkamer hangt een waterverfschilderij dat onze dochter Geri maakte van de hond met de groene baby's.

U lijkt de lezer graag op het verkeerde been te zetten of een andere, extra dimensie van de werkelijkheid te tonen. Hoe kijkt u daar tegenaan?
Ik kijk niet graag tegen mijn eigen werk aan; ik kijk mijn vrouw Tineke nog steeds graag aan maar niet tegen.


Conceptartikel t.b.v. reünisten Vivos Voco Interview met Leo Vroman
Vragen aan Prof. Dr Leo Vroman door Pim Walenkamp
Geredigeerd door Rinze Benedictus, mei 2011